De Labrador retriever of kortweg labrador is een hondenras dat afkomstig is uit Newfoundland en Labrador, en afstamt van de St. Johns-hond.
Vanuit dit ras is vanaf midden 19e eeuw in Engeland gekruist met een aantal andere rassen, zoals de Gordon setter, de spaniël, de Flatcoated retriever en de Chesapeake Bayretriever.
De St. Johns-hond werd door de eskimo's gebruikt voor de visvangst, de labrador werd gefokt voor de eendenjacht en voor de jacht in moerassige gebieden.
De retriever heeft rudimentaire zwemvliezen tussen zijn tenen.
Uiterlijk
De vacht van de labrador is kort en dik met een waterafstotende ondervacht en heeft weinig verzorging nodig. Eenmaal per week borstelen is voldoende.
De labrador komt voor in de kleuren zwart, geel, variërend van roomwit tot vossenrood (ook wel fox genoemd), en chocolade (bruin).
In de vroege geschiedenis van dit ras waren de labradors hoofdzakelijk zwart; geel kwam ook wel voor maar in veel mindere mate. In de jaren '70 werd de gele kleur pas echt populair. Chocolade werd gezien als een 'fout' en is pas vele jaren later als raskenmerkend toegevoegd aan de ras standaard.
Schofthoogte van de reuen is circa 58 centimeter en van de teefjes circa 56 centimeter. Een labrador weegt ongeveer 35 kilo.
Opvoeding
De labrador retriever is door zijn intelligentie en leergierigheid niet moeilijk op te voeden.